N34 Winkelcomplex

In 1910 kocht weduwe Lambertina Hoogstraten-Verbeek een blok van drie huizen, dat vijftien jaar daarvoor gebouwd was. Zij liet de bestaande panden vergroten en verbeteren, en bouwde ook nog twee woningen in dezelfde stijl in de zijstraat, die spoedig de officiële naam ‘Emmastraat’ kreeg. Alle vijf panden hadden op de begane grond winkelruimte, terwijl zich boven de winkels de woongedeeltes bevonden. Het complex heeft kenmerken van de Hollandse neorenaissancestijl/eclecticisme.
Tot 1957 bleef het complex in handen van de familie en werd het verhuurd aan een zeer gevarieerd aantal Naaldwijkse middenstanders. Nadien zijn de afzonderlijke panden in delen verkocht.

Er stonden enkele tuindershuizen, en verder waren het tuinderijen die het beeld bepaalden. Maar de bevolking groeide en er was behoefte aan nieuwe woningen. Een van de belangrijkste initiatiefnemers voor huizenbouw (en winkelbouw) was Maria van Rutte (1854-1917). Zij was dochter en erfgename van tuinder

De Molenstraat circa 1895. Op de achtergrond de drie huizen die door Maria van Rutte zijn gesticht. Goed zichtbaar zijn de huizen met nr. 17 en 19.

Simon van Rutte, op wiens tuinbouwgrond eerder de Openbare Lagere School was gebouwd. Maria was goed thuis in de bouwwereld, want ze was gehuwd met Cornelis Martinus Roozenburg (1850-1900), die aannemer, architect en enige jaren gemeenteopzichter was. Het stel woonde met hun grote kinderschare in het pand aan de Molenstraat met het nummer 25. In 1895 diende Maria van Rutte (ook wel Mie Rut genoemd) een bouwaanvraag in voor de bouw van drie huizen op haar tuin aan de Molenstraat. In 1896 werden ze opgeleverd. De drie panden kregen de adressen Molenstraat 15, 17 en 19. Ze werden verhuurd aan middenstanders.
In het eerste pand (nr. 15) kwam sigarenmaker en uitgever C.F. Korpershoek als huurder. In het naastliggende pand (nr. 17) had de vrouw van B. Boers haar winkel en later J.W. Schut, afkomstig uit Delft en grondlegger van de Westlandse loodgietersbedrijven Schut. Het pand Molenstraat 19 werd afgehuurd door timmerman Th. J. Luiten, met achter het huis zijn werkplaats.

1911: Nieuwbouw
In 1910 verkocht weduwe Maria van Rutte de drie panden in de Molenstraat aan Lambertina Verbeek (1846-1922), weduwe van Jacobus E.A. Hoogstraten (1833-1897).

Lambertina Verbeek-Hoogstraten

Lambertina had grootse plannen met de panden op deze kavels. Hoewel de drie huizen pas 15 jaar oud waren, ontwikkelde ze plannen om ze te vergroten, om vervolgens ook enkele extra panden te ontwikkelen in de zijsteeg.
In 1911 vroeg ze de gemeente toestemming om de drie bestaande woonhuizen te verbouwen tot woonhuis/winkel (Molenstraat 15, 17 en 19). Daarbij kregen de panden de huidige vorm. Een jaar later, in 1912, werd voor een tweede keer toestemming gevraagd, nu om langs een nieuwe straat enkele woonhuis/winkels toe te voegen. Bijzonder is dat hoekpand Molenstraat 19 in beide aanvragen voorkomt. Vermoedelijk om de stijl aan de zijkant aan te passen, zodat het past bij de stijl van de twee nieuw te bouwen panden.

Rechts vooraan de nieuwe winkels in de Molenstraat met van links naar rechts Sigarenmagazijn ‘Cuba’ van Korpershoek (nr. 15), de Naaldwijkse drogisterij van Daenen (nr. 17) en de modewinkel van de dames Hoogstraten (nr. 19). Ansichtkaart uit 1913.

De vijf panden bleven tot 1957 in bezit van de familie Hoogstraten. Na de dood van Lambertina, kwamen ze in handen van haar vrijgezelle zoons Jan (1872-1952) en Arie Hoogstraten (1880-1957). Na de dood van de laatste, werden de panden in delen verkocht aan investeerders. Dankzij goed onderhoud heeft Naaldwijk nog steeds een mooi historisch winkelcomplex binnen het centrum.

Lees meer
Lees minder

Bekijk N34 Winkelcomplex

Plattegrond

Details

Bouwjaar
1910
Type monument
Gemeentelijk
Type object
winkelcomplex
Adres
Molenstraat 15, 2671 EV Naaldwijk