P13 Slagerij Scholten
Rien Scholten kocht hier in 1922 het pand van de Joodse mandenmaker Jacob Vos en begon er een slagerij. Na enkele jaren kreeg hij een bouwvergunning voor een nieuw pand naar een ontwerp van architect Jan van Vliet uit Leidschendam. Het pand uit 1928 heeft karakteristieke siermetselverbanden en kenmerken van het expressionisme volgens de Nieuwe Haagse School. In de ruime betegelde kelder met granito vloer waren pekelbaden aangebracht om het vlees goed te houden. Drie generaties van de familie Scholten hebben tot 1997 de slagerij gedreven. In 2001 werd het pand gekocht door de familie Hoonhout – Hardeman en onder leiding van de Poeldijkse architect Kees Breumelhof in de originele staat teruggebracht. De slagerswinkel werd het atelier van Els Hoonhout. Sinds 2013 is het een gemeentelijk monument.
Van mandenmakerij tot slagerij
Mandenmaker Jacob Vos kwam van Naaldwijk. De manden die hij maakte waren hoofdzakelijk bestemd als fust voor de producten die tuinders in manden op schuiten naar de veiling vervoerden.
De manden werden geleidelijk vervangen door stapelbare kisten en platte bakken. Jacob Vos had daardoor minder werk, verkocht zijn huis met werkplaats aan Rien Scholten en verhuisde zelf naar de Leuningjes, de huidige Irenestraat. Hij zette daar de mandenmakerij en de zaadhandel van de fam. Hobbel voort.
Architect Jan van Vliet
Rien Scholten trok architect Jan van Vliet aan. Deze tekende in 1918 zijn eerste ontwerp: een boerenstal in Leidschendam.
Van Vliet begon zijn levenswerk door zelfstudie. Later volgde hij een opleiding aan de Mathesiusschool in Leiden. Hij ontwierp niet alleen woningen voor tuinders en boeren in Veur, maar ook veel bedrijfsgebouwen in het Westland en de Bollenstreek. Hij was een echte pragmaticus.
Het resultaat in de Voorstraat is dan ook een interessant ogend pand met allerlei toepassingen van het spel met bouwstenen. Onze ogen kunnen de gevels langsgaan en de diverse metselverbanden onderscheiden onder het piramidedak.
De familie Scholten heeft gedurende enkele generaties de ruimte jarenlang goed benut. De slager maakte worst, beende karkassen uit, verzorgde fijne vleeswaren en zorgde voor de kluif in de erwtensoep, runderpoulet voor hachee, klapstuk voor de hutspot, uierboord voor de eenvoudige boterham, rookworst voor de boerenkool en spek bij de zuurkool. Geen vezeltje vlees bleef onbenut tot in de zure zult toe. Het vlees werd geconserveerd in de ruime pekelbaden in de kelders van het pand.
Tussen 1997 en 2001 was de winkel nog in gebruik voor de sportprijzen van Theo Sta die naar de Verburghlaan verhuisde en daarna door Gaddy, een Engelsman die een alternatief winkelbedrijf voorstond. Men kocht er specerijen, koffie of thee, proefde de vegetarische soep die hij maakte en kocht er en passant een vloerkleed uit India.