W 5 Sint Jan de Doper kerk
De kerk wordt na een ongelooflijk korte bouwtijd van 13 maanden gerealiseerd en ingewijd in 1901. De Neogotische bouwstijl van de architecten Margry en Snickers springt direct in het oog. Om de zon te zien stralen door de indrukwekkende gebrandschilderde ramen van de Utrechtse glazenier W. van der Wurff is een waar genoegen. Wist u dat tussen de afgebeelde kleurrijke christelijke verhalen bouwpastoor Finkenflügel figureert met bonnet? Zoek en vind de overvloed aan symbolen in deze kerk. Een pronkstuk op een plaats waar ooit in stilte water stroomde door een getijdekreek.
De schuilkerken
In 1572 werden de katholieken door de reformatie gedwongen hun oude, vertrouwde kerk aan het Plein te verlaten. Tot overmaat van ramp verbood de nieuwe regering de katholieken om hun godsdienst in het openbaar uit te oefenen. Geheime samenscholingen in schuren en boerderijen waren het gevolg. Eén van die boerderijen stond zeer waarschijnlijk op de plaats van de huidige Sint Jan de Doperkerk. Uit een tweede boerderij, Rhyenhove, die nog steeds bestaat, is een zogenaamd huisaltaar bewaard gebleven die te zien is in de “kleine Sint Jan”.
De schuurkerk van Cornelis Verburgh
In het jaar 1662 werd Cornelis Verburgh pastoor van Wateringen. Hij was een neef van de bekende “druivenpastoor” Vranck Verburgh uit Poeldijk. Eén van Cornelis’ eerste taken was het bouwen van een kerk en hij toonde zich hierin een vaardig bouwpastoor. Al na drie jaar (1665) had hij deze taak volbracht. Zijn kerk stond waar nu de tuin achter de huidige kerk is. Het was een zogenaamde schuurkerk: een onopvallend gebouw, dat van buiten in niets leek op een kerk. Dergelijke kerken werden door de overheid oogluikend toegestaan.
Het kerkje van Keuler
De komst van de Fransen in 1795, betekende het einde van de katholieke achterstelling. Men probeerde de oude kerk aan het Plein weer terug te krijgen, maar tevergeefs. Uiteindelijk besloten de katholieken dan maar een nieuwe kerk te bouwen omdat de bestaande te klein was geworden. Deze kerk werd in 1807 in gebruik genomen. Hij kwam op de plek waar de huidige Sint Jan de Doper staat, vóór de oude schuurkerk. Hoewel het niet meer nodig was liet pastoor Keuler de kerk toch als een schuurkerk bouwen: de pastorie vóór, de kerk er achter in het verlengde. De kerk was voor zijn tijd een mooi en aanzienlijk gebouw. De financiering ervan ging eigenlijk de draagkracht van de parochie te boven. Door een zeer zuinig beheer van latere pastoors, slaagde men er in de hoge schuldenlast tot een redelijke proportie terug te brengen. In 1851 vergrootte men de kerk en liet men het orgel, door Abraham Meere in 1807 gebouwd, restaureren.
De huidige Sint Jan de Doperkerk
Toen pastoor Finkenflügel in 1890 werd benoemd, vond hij in Wateringen – naar zijn zeggen – een lelijke vluchtkerk en een bouwvallige pastorie. Hij wilde zo snel mogelijk een nieuwe kerk bouwen. Het duurde nog tien jaar, voordat de pastoor zijn kerkmeesters had overtuigd en aan de bouw van een nieuwe kerk met pastorie kon worden begonnen. Architecten waren de heren Margry en Snickers uit Rotterdam, beiden leerling van de beroemde bouwmeester Petrus Cuypers. De firma C. Dessing uit Gouda zorgde voor de uitvoering. Er werd begonnen met het bouwen van een houten noodkerk op het voorterrein, gelegen tussen het Vlietje en de Herenstraat. De kerk werd gebouwd in de ongelooflijk korte tijd van 13 maanden. Op 11 juni 1901 vond de inwijding plaats door mgr. Bottemanne, bisschop van Haarlem. Sindsdien kijkt de haan vanaf het hoogste punt van Wateringen uit over het dorp.
Interieur van de kerk
Pastoor Finkenflügel had ook een groot aandeel in de verfraaiing van het interieur. Reeds in 1901 waren het hoofdaltaar – een geschenk van hem – en de preekstoel geplaatst, beide gemaakt van Caensteen en marmer. Een jaar daarna waren de communiebanken en de zijaltaren gereed. Het Petrusaltaar en de levensgrote piëta, voorstellende de Moeder der Smarten, waren ook een geschenk van deze pastoor.
De kerkramen
Werkelijk prachtig zijn de gebrandschilderde ramen, ontworpen en gemaakt door de Utrechtse glazenier W. van der Wurf, naar ideeën van pastoor Finkenflügel. De laatste ramen kwamen gereed in 1911, een jaar na zijn dood. De ramen bevatten onder andere voorstellingen uit het leven van Christus en Johannes de Doper. Bijzonder zijn ook de Kevelaarramen. Pastoor Finkenflügel was namelijk “directeur” van een Broederschap die processies naar Kevelaar organiseerde. De uitrusting van deze Broederschap, met name de zilveren ornamenten voor de processie en vaandels, zijn nog altijd in de kerk te bewonderen. In de nacht van 3 juli 1941 viel er een verdwaalde Duitse vliegtuigbom op de Julialaan die onder andere de gebrandschilderde ramen zwaar beschadigde. Gelukkig vond men de firma Brouwer uit Delft bereid de ramen te herstellen. Daar de werktekeningen van glazenier Van der Wurf verloren waren geraakt was het een hele puzzel om de voorstellingen weer compleet te krijgen.
In de jaren tachtig was de toestand van de ramen weer zodanig verslechterd, dat restauratie dringend nodig was. In 1984 werd hiervoor opdracht gegeven aan de firma Liefkes uit Den Haag. Momenteel zijn de ramen weer in hun volle pracht te bewonderen.
Mariakapel
Bij de viering van het Mariajaar in 1954 voelde men de behoefte ter ere van haar een kapel te bouwen. Op initiatief van pastoor Schoots werd het benodigde geld hiervoor bijeengebracht. Op 7 oktober 1956 werd de kapel, gebouwd door de firma W. van Mierlo te Wateringen, door vicaris-generaal mgr. A.C. Schaaper ingezegend. Het daarin aanwezige beeld van Maria werd uit chamotte-klei vervaardigd door de kunstenaar pater C. Goortz, Salesiaan uit Rijswijk.
Aan de buitenkant is nog aan het verschil in stenen te zien dat dit deel van later datum is.
Vernieuwing
Rond en na het Tweede Vaticaans concilie (1962-1965) werd menig kerkinterieur aangepast aan nieuwe inzichten, zo ook in de Sint Jan de Doperkerk. In 1969 verdwenen de zijaltaren, de communiebanken en de marmeren preekstoel en werd het priesterkoor vergroot. Gelukkig ging het karakter en de sfeer van de kerk daarbij niet verloren.
Het orgel
In de kerk van Keuler plaatste Abraham Meere uit Utrecht in 1807 een juweel van een orgel, dat naar de huidige Sint Jan de Doper meeverhuisde. In 1935 nam pastoor Visser het initiatief tot de bouw van een nieuw orgel. Het werd gebouwd door de firma Adema uit Amsterdam met gebruikmaking van pijpwerk uit het oude orgel. In 1981 besloot men dit orgel te restaureren en uit te breiden. Op 22 juni 1981 werd het orgel opnieuw in gebruik genomen.
Monument
Sinds 1976 staat het kerkgebouw op de rijksmonumentenlijst. Dit betekent financiële steun bij dringende restauraties. De kerk is deze zorg dubbel en dwars waard.
Bron: Publicaties Historische Werkgroep Oud Wateringen en Kwintsheul en dhr. F.C. Groen
- Geschikt
Er wordt aandacht geschonken aan verschillende bedevaarten, die vanuit onze kerk gehouden zijn. Deze worden gedeeltelijk gepresenteerd door de beheerders van het archief. Bijzondere aandacht voor de Kevelaer ramen. De St. Jan de Doperkerk was sinds 1819 de broederschapskerk welke in 1969 opgeheven werd. Hoe dit was gedurende die periode, kunt u in de kerk bekijken.
Gedurende 20 jaar heeft Koos van Schie met de koets pastoor van Lottum van de St. Jan de Doperkerk 4 keer per week naar Kwintsheul gereden en weer terug. Hierover is een expositie ingericht
Er is een beschrijving beschikbaar, waarmee u de glas in lood ramen kunt bekijken
Een rondleiding in de kerk is ook mogelijk.
Vanuit het archief zal het één en ander gepresenteerd worden. Het doopboek kan onder toezicht bekeken worden,
Het orgel zal te beluisteren zijn tussen 10.00 uur en 12.00 uur.
De toren kan op bepaalde tijden beklommen worden.
Er zal glas in lood-kleurplaten ingekleurd kunnen worden.
Zaterdag van 10:00 tot 17:00 uur