12 juli 2018

Achtergrond: Een kavel aan de Dijkweg in Naaldwijk

Drie moNUmenten op een kavel aan de Dijkweg in Naaldwijk

door Piet van der Valk

Op 7 november 1835 kocht Carel Frederik Donnadieu, “een huisinge gemerkt A nr 98 met verdere daarbij staande getimmerten, erf en daarnaast en achter gelegen tuin of boomgaard, groot 2 bunders, 69 roeden”. Hij liet vervolgens de aanwezige woning slopen en er een aangenaam “Heerenhuis met artsenpraktijk”, waarschijnlijk op de bestaande fundering bouwen. De gevels wit rustica gepleisterd op een zwarte plint. Carel huwde op 24 april 1833 in Den Haag zijn toen zwangere bruid Maria Catharina Nieuwenhuisen, hij 21 en zij 24 jaar oud. Op 12 september werd hun dochtertje Petronella Frederika Carolina in Leiden geboren, waar Carel toen nog als student was ingeschreven en met vrouw en kind woonde. Hun dochtertje overleed ruim vier maanden na de geboorte. In 1835 promoveerde hij aan de Leidsche Universiteit en ontving de titel doctor in de geneeskunde. Hij begon zijn carrière als huisarts “medicine doctor” in Naaldwijk. Toen de woning aan de Hondsholredijkseweg, nu Dijkweg, was opgeleverd, kregen ze op 22 oktober 1836 nog een zoontje Frederik Carel Pieter. Het verging huisarts Carel niet goed, ziekte en andere zaken die hem tegen zaten, verplichtte hem zijn functie in 1838 neer te leggen. Begin maart 1839 liet hij het pand, in Herberg “De Vergulde Valk” te Naaldwijk openbaar verkopen, het gezin had zich toen al in Delft gevestigd. In Delft kreeg zijn voorliefde voor de natuurwetenschappen alle ruimte en werd hem het lectoraat in de scheikunde gegund. Hij werd een geliefd hoogleraar en ontving daarvoor later de onderscheiding Ridder in de Orde van de Nederlandschen Leeuw. Uiteindelijk stierf hij te jong ten gevolge van zijn kwalen op 15 maart 1858 in Delft.

Na de veiling
Het totale onroerend goed werd in drie delen gesplitst, waarbij de woning met de huidige tuin, voor 2100 gulden werd gekocht door Leonardus van der Roer, meester broodbakker te Naaldwijk. Het pand stond een paar jaar leeg, voordat het werd verhuurd aan Mr. Johan Heurnius van Galen, rijksontvanger, geboren 1815 in Den Bosch en gehuwd met Maria Johanna Visser. Het gezin vertrok op 2 juli 1856 naar Rijswijk. Hij werd opgevolgd door Paulus van der Tak, geboren te Rotterdam, ook rijksontvanger en gehuwd met Sjok Grote. Het gezin met zes kinderen vertrok op 28 april 1858, wie weet nog familie van?

Hierna vestigde Gerrit Johannes Frederik Tijdeman zich in september 1857 als notaris, hij was geboren in 1821 in Dordrecht. Hij kwam vanuit Pijnacker en was gehuwd met Louisa Antoinetta Brongers. Zij hadden vijf kinderen en een inwonende dienstbode, drie stierven jong.

Notariswoning
Notaris Tijdeman kocht uiteindelijk het pand van Leonardus van der Roer in 1858. Het gezin vertrekt later op 1 juli 1872 naar Arnhem. Hij werd opgevolgd door Jan Bikkers, notaris en geboren in Rotterdam in het jaar 1833 en gehuwd met Wilhelmina van Wageningen. Zij waren op 19 februari 1872 in de gemeente komen wonen. Op 28 september van dat jaar draagt Tijdeman het bezit Bijdorp over aan Jan Bikkers, die bijna 25 jaar notaris van Naaldwijk zou blijven. Op 17 februari 1898 hadden Willem Lagerweij met z’n vrouw Hendrika de Graaff zich ingeschreven in de gemeente Naaldwijk en 5 dagen later verwerft Willems schoonzus mejuffrouw Jacoba Antonia de Graaff, kunstschilderes, wonende te Rotterdam het pand Bijdorp. Tijdens een van haar familiebezoeken, maakte zij vanuit de achtertuin van Bijdorp het schilderij van de toen net gebouwde Andrianuskerk. Zij verhuurde het pand aan haar zwager Willem Lagerweij. Op 12 augustus 1920 verkocht ze eenvijfde deel van het onroerend goed aan Willem en schonk hem het resterende deel.

Bejaardenhuis
Op 9 december 1935 verkocht Mevrouw Hendrika de Graaff, weduwe van Willem Lagerweij, toen wonende aan de Zuidweg te Naaldwijk, het pand aan Jan Pieter de Graaff. Hij was predikant te Naaldwijk en was de vertegenwoordiger van de Diaconie van de Nederlands Hervormde Gemeente te Naaldwijk. Tot 1973 zou het als bejaardenhuis gaan functioneren. Voor vijftien ouderen incl. twee echtparen en een leidinggevend echtpaar werd er ruimte gemaakt. Daarna werd tot verleden jaar onderdak gevonden in de aanleunwoningen van de nu leegstaande Pijlentuinenhof aan de Verdilaan.

Familie Schreuder
André en Corry Schreuder-Fransen kochten het pand 1 maart 1973 van de Diaconie. Een maand na de aankoop lag de complete zinken roevendak met een flink deel van de kruispannen en sierelementen, door de zeer zware storm van 2 april dat jaar, in de tuin. Hoewel het pand verzekerd was, waren zij niet meer in staat om het geheel in oude luister te herstellen. Waar zink lag kwam een bitumenbedekking. De kruispannen werden “Tuile du Nord” dakpannen in dezelfde kleur. De hoekkepers werden met bitumensingles dichtgeplakt en van de fraaie dakrand bleef niet meer dan een kraallat over. Het zou veel waard zijn wanneer ons land een gewoonte kende dat wanneer een monument door schade van buitenaf wordt getroffen, dat dit aanvullend op een normale eigen verzekering, voor het monumentale deel, wordt gedekt. Er speelt hier immers, naast het eigen belang, een algemeen belang. Maar gelukkig in dit geval bleef toch veel authentieks van het exterieur en zeker van het interieur bewaard en werd het toch nog tot Rijksmonument bestempeld. Onder andere verschillende kamers, plafonds, de marmeren gangvloer, houten paneeldeuren en een tochtportaal in de neo-Lodewijk XIV stijl, uit 1927. In het dakvlak aan de Dijkwegzijde bevinden zich nog de twee oeil de boeufs, ronddakvensters lijkend op een ossenoog, met zinken mascarones en koperen bedekking. Ook het hekwerk om een deel van de woning en het houten prieel in de tuin kregen 3 juli 2000, met de woning, de status van Rijksmonument. En speciaal tijdens de Open Monumentendag op 12 september aanstaande wordt bijzondere aandacht geschonken aan de restauratie van dit fraaie prieel, dat waarschijnlijk in 1907 in een open structuur werd gebouwd. Vermoedelijk om ‘n TBC patiënte de gelegenheid te bieden in het zonlicht te toeven. Later in 1926 werd het prieel van een groter dak met dakpannen en gesloten gevels uitgerust, geheel uitgevoerd in een ambachtelijk-traditionele bouwstijl, met boomtakkeninvullingen in het stijl- en regelwerk.

Deze rubriek kwam tot stand in samenwerking met de monumentencommissie van de gemeente Westland.

Bronnen:

  • Gerard Beijer Historisch Archief Westland
  • Jolanda Faber
  • het archief van de familie Schreuder.