Achtergrond: Slot Honselersdijk – deel 1 –
van Kasteel naar Paleis en het verval (1)
door Piet van der Valk
Een Rijksmonument met een ongelooflijke historie
Wat weten we eigenlijk van de voorgeschiedenis van dit eens waarschijnlijk fraaiste paleis van Nederland uit de tijd van de Republiek der zeven Provinciën? Ruim 1100 jaar geleden stond er al een kerk of kapel in buurt van waar dit kasteel zou verrijzen. Deze kerk behoorde toe aan de kerk van Sint Maarten te Utrecht. Honselersdijk werd toen waarschijnlijk geschreven als Holtsele. De geschiedenis van het slot verliep duidelijk onder invloed van de familie van Naeldwijck. Het begin van dit geslacht start bij Unarch van Nadelwich (ca 1115-1165). Zijn dochter Hadewich Unarchdochter (ca 1140-1200) was Jonkvrouw van Naeldwijck. Zij was gehuwd met Dirck I Graaf van Voorne. Hun oudste zoon was Floris I (1165-1233) van Voorne van der Woert en werd stamvader van de invloedrijke Naaldwijkse familie van der Woert. Hun zoon Bartholomeus van Voorne Van Maerlant van Naaldwijk (1170-1203) zette de familielijn van de van Naeldwijck voort. En door zijn huwelijk met Halewijne van Egmond ontving hij in 1199 goederen in Maasland, Zwartewaal en West-Voorne.
Grond in Honselersdijk
Hun zoon Hugo I van Naaldwijk en kleinzoon Hugo II van Naeldwijck waren beide Erfmaarschalk van Holland en hadden al bezittingen in Naaldwijk. Op 22 augustus 1257 stond Hugo II vermeld als ridder en kocht in 1261 voor 800 pond het goed Holtsole (Huntsele, Honselersdijk) van zijn neef Albrecht van Voorne. De zoon en kleinzoon van Hugo II, waren Hendrik I en Willem I (1274-1345) beiden Heer van Naeldwijck. Deze Willem I werd in een stuk uit 1305, dat geschreven werd in naam van Willem III van Holland, als ridder vermeld.
Het Slot
In 1306 verruilde Willem I zijn oude Naaldwijkse hofstede in voor een nieuwe in Honsholredijk. Hier wordt vrijwel zeker het Slot te Honselersdijk bedoeld. De oudst bekende afbeelding van het Slot komt volgens Morren (Meischke, 1990) uit het kaartboek van 1609 van het St. Catharijne-Gasthuis. Er staat met name Slot te Naeltwijck. Een jaar later werd het slot verkocht, maar daarover verder in het verhaal meer. Deze prent geeft een indruk van één bouwwerk langs een weg met enkele bomen en een vorm die veel lijkt op het kasteel Henkenshage uit het Brabandse St. Oedenrode, dat overigens ook uit het begin van de 14e eeuw stamt. Mogelijk biedt een wijdere blik op deze kaart meer informatie. Een andere prent uit die tijd toont het slot op een eiland met een wat rommelige opstelling van de verschillende gebouwen. Dit wijst meer in de richting van het mottekasteel in Oostvoorne, een verblijf van de familie van Voorne, de voorouders van deze familie van Naeldwijck. Mogelijk is de eerder genoemde afbeelding van het Slot echt een locatie in Naaldwijk. Het slot Honsholredijk had ook een kapel, die was gewijd aan St. Hubertus, de patroonheilige van de jacht. Onder Willem I werd het patroonaatsrecht voor Naaldwijk verworven. Dat had hij mede te danken aan bisschop Guy van Avesnes en daarmee kon hij met de verdere uitbouw van de Oude kerk van Naaldwijk aan het Marktveld beginnen. Veel later werd deze naam Wilhelminaplein. Er bestond een portret van deze Willem I, maar dit ging later verloren tijdens de plunderingen van de Naaldwijkse kerk in 1572. De schilderijen van het verdere nageslacht werden wel van de brandstapel gered. In 1300 trad Willem I in het huwelijk met Sophia van Raephorst. Zij schonk hem minstens een zoon, Hendrik II van Naeldwijck. In 1307 stichtte Willem I het kapittel van Sint Adrianus waar 6 kanunniken aan werden verbonden. Dit was een ontwikkeling die daarna ook elders voorkwam in deze periode. Het kapittel stond in de nabijheid van de Oude kerk. Willem I nam in 1345 deel aan de invasietocht tegen de Friesen, maar overleed in de Slag bij Stavoren. Zijn zoon Hendrik II van Naeldwijck raakte daarbij gewond. De zoon Hendrik, Willem II en diens zoon Hendrik III volgden elkaar op, en die werd gevolgd door Willem III van Naeldwijck. De heren van Naeldwijck hadden zowel in Leiden als in Den Haag een groot huis en verbleven dan ook eigenlijk maar weinig op Slot Honsholredijk.
Van Naeldwijck sterf uit
De laatste in de mannelijke lijn was Hendrik IV van Naeldwijck (1420-1496), zoon van Willem III. Hendrik IV huwde in 1455 Machteld van Raephorst (1440-1479) en zij kregen een dochter Wilhelmina van Naeldwijck (1460-1522). Het slot bleef tot de dood van Hendrik IV in 1496 bewoond door de Heren van Naeldwijck. Dit stel nam het initiatief voor de bouw van 4 bejaardenwoningen in Naaldwijk. Maar ook een klooster in het Hofpark van Wateringen, naar het voorbeeld van het Cisterciënzerklooster Sint Salvator in Antwerpen, dat was gesticht door Peter Pot, de opa van Machteld, tussen 1415 en 1440. Deze dochter Wilhelmina ging er wonen toen zij trouwde met Jan III van Montfoort (1448-1522). Het Slot ging vervolgens over na het huwelijk van hun dochter Machteld van Montfoort met Robert I van der Marck van Aremberg. Door het huwelijk van hun kleindochter Margaretha van der Mark (1527-1597) kwam het slot uit eindelijk in handen van Jan van Ligne (1525-1568). We komen in de periode van de tachtig jarige oorlog terecht. Jan of Johan was een Zuid-Nederlandse edelman, bekend als graaf van Aremberg, maar tevens stadhouder voor de Spaanse koning Filips II. De graven van Aremberg verbleven maar af en toe op het slot en gebruikten het kasteel waarschijnlijk meer als jachtslot. De kastelein, een functie van beheerder van het slot die vaak aan het rentmeesterschap van Naaldwijk werd verbonden, verbleef er voortdurend. Zo was ‘Godewije van Binchorst in 1573 casteleyn van den huyse van Honsselaer en rentmeester van Naeltwijc’. Toen Margaretha in 1597 in Zevenbergen kwam te overlijden erfde haar zoon Karel (1550-1616), graaf van Aremberg, etc., vrijheer van Naaldwijk, het Slot. Hij bleef zoals zijn vader in Spaanse dienst en de Staten van Holland hadden om die reden al op 5 mei 1583 alle goederen, waaronder slot Honselersdijk, in beslag genomen.
Een Vluchteling
In september van dat jaar werd de uit Duitsland gevluchte Aartsbisschop van Keulen, Gebhard Trouches, onder voorwaarden op Slot Honselersdijk gehuisvest. Deze man was overgegaan naar de Evangelische Kerk en was ook in het huwelijk getreden met Agnes van Mansfeld, een mooi meisje. Op den duur kwam men door het gedrag van deze ‘Keurvorst’, toch wel in een vervelende situatie terecht. Zo verhuisde hij tijdens de strenge winter van 1584 met 10 tot 12 bedden uit het Slot naar Delft. Onder voorwaarde dat hij de bedden weer eerlijk terug zou geven, kreeg hij toestemming. Na wat omzwervingen, kwam hij echter in de zomer weer terug naar Honselersdijk en bleef er in 1587 toch ook weer overwinteren. Maar het kasteel moest ook de nodige reparaties ondergaan en op verzoek van Gebhard werd ruim 800 pond voor de nodige reparaties ter beschikking gesteld. Deze Gebhard schreef op 3 augustus 1588 ook een brief aan Christiaan Huygens, de secretaris van de Raad van State en de opa van de grote Sterrenkundige Christiaan Huygens. Met zachte hand begon men meer en meer op het vertrek van de Keurvorst aan te dringen. Gastvrijheid had ook toen zijn grenzen. Juni 1589 besloot Gebhard naar Duitsland terug te keren. Op 15 juni kreeg hij nog duizend pond mee om zijn laatste schulden te kunnen betalen en twee dagen later werd het kasteel en meubels overgedragen.
Verkoop van het Slot
Op 22 juni 1589 werd Cornelis van Reijnegom, ontvanger van goederen van het huis Aremberg en gelast goed oog te houden op de staat van kasteel Honsel. Kort hierop besloten de Staten van Holland op 13 juli 1589, om te voorkomen dat het slot te veel in verval zou komen, dat het geheel inclusief omliggende tuinen, prins Maurits zou gaan dienen. De prins heeft het slot waarschijnlijk ook alleen maar als jachtslot kunnen gebruiken. Ten gevolge van het ingaan van het twaalfjarig bestand, een tussentijdse poging om vrede te brengen gedurende de uiteindelijk tachtig jarige oorlog met Spanje, kreeg Prins Karel van Aremberg zijn heerlijkheden weer terug. Maar omdat hij in Spaanse dienst bleef was het al met al een lastig bezit voor hem. En deze situatie leidde er uiteindelijk toe dat Frederik Hendrik in 1610 in onderhandeling kwam met deze prins om zijn bezittingen in Naaldwijk, Honsholredijk, Wateringen en Hondertland te kunnen kopen.
Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met de monumentencommissie van gemeente Westland.
Bronnen:
- Het huis Honselersdijk door Th. Morren en in 1990 opnieuw geschreven door prof. Dr. R. Meischke;
- Boek Naeltwick 800 jaar geschreven onder redactie van H.I.M. Groenewegen en P.W. Vis;
- de jaarboeken van GOW
- Internet.
Heren van Naaldwijk en verder
- Unarch van Nadelwich (ca 1115-1157) – N.N.
- Hadewich Unarchdr van Nadelwich (ca 1140-ca 1200) – Dirck I (Florencius Dominus) van Voorne (?-1189)
- Bartholomeus van Voorne van Naeldwijc (1170-1203) – Alveradis van Cuyk (1139-1205)
- Hugo I van Naaldwijck (ca 1190-na 1261) – Erfdochter N. van Velzen (ca1200-?)
- Hugo II van Naaldwijck (ca 1220-na 1263) – N.N. Koopt de grond met opstallen in Holtsole 1261
- Hendrik I van Naaldwijck (ca 1242-ca 1305) – Ermgaert van der Lecke (1240-?)
- Willem I van Naaldwijck (1275-1345) – Sophie I van Raephorst (1279-?) hij hertrouwde nog 3 maal.
- Willem I Verruilt de Naaldwijkse hofstede voor waarcshijnlijk ‘Het Slot’ in Hontselaarsdijk 1306
- Hendrik II van Naaldwijck (1302-8 jan 1395) – Hadewich van Schalwijck (1315-?)
- Willem II van Naaldwijck (1349-1393) – Sophie van Teylingen (1350-1390)
- Hendrik III van Naaldwijck (1370-1427) – Catharina van Heenvliet (1375-1421)
- Willem III van Naaldwijck (1395-1444) – Willemijn van Egmond van Wateringen (ca1410-1483)
- Hendrik IV van Naaldwijck (1430-1496) – Machteld van Raephorst (1440-1479)
- Willemien van Naaldwijck (1460-10 feb 1506) – Jan III van Montfoort (1448-1522)
- Door de vrouwelijke lijn en vererving komt het Slot bij de onderstaande personen 1506
- Machteld van Montfoort (1480-1550) – Robert I van der Mark, heer van Aremberg (1465-1541)
- Robert II van der Mark, heer van Aremberg (1506-1536) – Walbruge van Egmond (1505-1547)
- Margaretha van der Mark (1527-1597) – Jan van Ligne, graaf van Aremberg (1525-1568)
- Karel van Ligne, graaf van Aremberg, vrijheer van Naaldwijk (1550-1616) – Anna Hertogin van Croy
- Frederik Hendrik koopt het voor 360.000 gulden van Karel met andere eigendom in Westland 1610