H25 Boerderij
Een grote brand maakte eind 1882 een einde aan de boerderij die hier eeuwenlang stond. Binnen een maand had de eigenaar, het Burgerweeshuis in Den Haag, al een vergunning aangevraagd voor de bouw van deze nieuwe boerderij. Zodoende kon de pachter, boer Arie van Meurs, weer snel aan de slag. De plaquette in de voorgevel vermeldt de herbouw in 1883. In 1909 werd Nic van der Wel eigenaar, en vanaf 1951 diens zoon Cor.
In de jaren zeventig van de vorige eeuw zijn de landerijen verkocht om in te richten als tuinbouw-ontwikkelingsproject, met de nieuwe Zwethlaan en 26 tuinbouwbedrijven van 1,7 ha per bedrijf. Sindsdien is de boerderij een woonboerderij geworden. De oorspronkelijke voorgevel is in die tijd verwijderd en opnieuw opgemetseld. Het geheel wijkt daarmee af van de originele uitvoering.
In 1642 kocht het Haags Burgerweeshuis een aantal landerijen in de Broekpolder, als investering waarmee – middels verpachting – inkomsten verzekerd waren voor het kunnen exploiteren van het weeshuis. Zes jaar later werd een aanwezige pachterswoning omgebouwd tot boerderij, waarmee het een ‘echt’ boerenbedrijf werd. In 1728 werd het gebied uitgebreid met nabijgelegen landerijen. Dit boerenbedrijf is tot in de jaren ’70 van de vorige eeuw in bezit gebleven van het weeshuis.
Vanaf 1747 was de familie Olsthoorn pachter van de (voormalige) boerderij. Dat ging van vader – en soms ook weduwe – op zoon tot aan het jaar1854. De gezusters Pietje en Petronella Olsthoorn deden in dat jaar de pacht over aan hun knecht, Jacob van Meurs. Vanaf 1880 was zoon Arie van Meurs de pachter.
Op 27 december 1882 brak er ’s middags om 15 uur brand uit. De Westlandsche Courant schreef daarover: “De bouwmanswoning (boerderij) stond weldra in lichte laaie; de brandspuiten van Hondsholredijk en Naaldwijk waren al spoedig op het terrein aanwezig; men was den brand omstreeks half zeven ure reeds meester.” De woning met stal en een gedeelte van de huismeubelen waren ten prooi gevallen aan de vlammen. Een nabijgelegen schuur met tarwe was bespaard gebleven, evenals de drie hooibergen. Drie paarden waren echter wel in de vlammen omgekomen.
De boerderij was verzekerd en daarom kon al snel een architect – P.C. Oosthoek uit Den Haag – aan de slag om een nieuw ontwerp te maken, de huidige boerderij. Er kwam een onderhandse inschrijving, die alleen openstond voor “eenig betrouwbare Protestantse aannemers”. De opdracht werd gegund aan timmerman J. van der Berg uit Wateringen, voor de somma van f 17.560.
In 1908 komt Arie van Meurs plotseling te overlijden. Zijn zoon Gerard wil de boerderij graag overnemen, maar hij moet eerst nog in militaire dienst. En belangrijker: de Van Meursen zijn niet van hervormde huize en het weeshuis vindt dit wel wenselijk. In 1909 komt daarom Nic. van der Wel als nieuwe pachter op de boerderij. Hij is de broer van de boer die op Suydervelt in Wateringen zit.
In 1951 neemt zoon Cor van der Wel de boerderij in pacht over. Maar zoals voor veel Westlandse boerderijen gold, moesten deze landerijen het veld ruimen voor de tuinbouw.
De eerste interesse was in 1970 getoond door de Westlandse Handels Tentoonstelling (WéHáTé), die er sportvelden, een stadion en een permanente tentoonstelling wilde realiseren. Deze onderhandelingen ketsten af.
In 1973 was het echter zover: aannemersbedrijf Van Roosmalen koopt de boerderij met 50 hectare land en verkoopt dit vervolgens door aan de Stichting Verbetering Tuinbouwstructuur Westland. Waar het generaties lang veehouderij was wat de klok sloeg, werden nu 26 tuinbouwbedrijven gecreëerd met een oppervlakte van ongeveer 1,7 hectare per bedrijf, met daartussen de Zwethlaan.
De boerderij zelf werd nog aan Cor van der Wel aangeboden, maar die maakte er geen gebruik van. Met nog enkele hectares erbij werd het vervolgens verkocht aan een hobbyboer. Deze heeft het aanzien van de boerderij ingrijpend gewijzigd, de voorgevel werd verwijderd en opnieuw opgemetseld. De ramen werden in een moderne versie uitgevoerd en de puntgevel werd vervangen voor een wolfseind. Na verkoop door de hobbyboer, zijn de gronden verkocht voor gebruik als tuinbouwgrond en is het pand een woonboerderij geworden