K15 Woning aan de Holle Watering
Pieter Philipsz. Biemond kocht in 1722 ruim drie hectare boomgaardsland aan de westzijde van de Holle Watering van Pieter en Cornelis Engelsz. Couwenhoven. Hij liet rond 1727 hierop deze woning bouwen. In 1671 had Engel Leendertsz. Couwenhoven dit land met eeuwig durende erfpacht kunnen kopen van Vrouwe Catharina Maas, met de verplichting om van dit teeltland boomgaardsland te maken. Zij had dit land in 1659 verkregen van de regenten van het ‘Weeshuis der stad Delft’. Dit land was in 1577 al in hun bezit. Veel originele details zijn in het huis nog herkenbaar zoals twee open schouwen met enorme rookkasten tot de centrale schoorsteen met ronde greskappen, plavuizen vloeren, de zware balken van de fruitzolder met originele planken, indrukwekkende bedstee-betimmeringen met originele kelder en A-spanten met sporenkap en gepleisterd riet.
De geschiedenis
Op 12 januari 1722 verkopen Pieter en Cornelis Engelsz Couwenhoven 3¾ morgen boomgaardland aan Pieter Philipsz Biemont en zijn schoonzus Neeltje Jacobsdr van Bourgonjen. Pieter laat hierop in 1727 een woonhuis bouwen en het land wordt verhuurd. Op dit land tot aan de Gantel, stond er eind 1800 elke 30 à 45 meter een fruitmuur. Wel 15 of 16 totaal. Er werd al een muur vermeld bij de verkoop van een kavel in 1667 aan een scheepsbouwer uit Schiedam.
De huidige bewoners hebben met respect voor de historie, sinds 1973 verschillende restauraties uitgevoerd. In het huis zijn nog veel oude details te vinden.
Het huis beneden
De vloeren zijn betegeld met de originele rode ongeglazuurde plavuizen van de woonkamer die grotendeels intact onder de houten dekvloer vandaan kwamen. Ze werden aangevuld met gelijke tegels van elders uit dezelfde bouwtijd.
Langs de vloer was nog een groot deel van een tegelplint aanwezig, die keer op keer was overgekalkt. Deze tegelplint van oude witjes is nu weer op de gehele begane grond terug te vinden. Ook deze zijn aangevuld met tegels van elders en de oorspronkelijke witgekalkte tegels zijn goed gereinigd.
De vloer liep 14 centimeter scheef en is nu ongeveer 10 centimeter vlakker getrokken. Aan de plinten van de keukenkastjes én de plint van de boekenkast is goed te zien hoe scheef de vloer nog ligt. Wat opvalt, is dat ze allebei vanuit het midden aflopen. Dat komt doordat de kelder is blijven staan en het huis er omheen is gezakt. Een beeld wat je vaak tegenkomt bij huizen die niet zijn geheid.
De bijzondere bedstee met indrukwekkende betimmering en een fraaie ronde uitwendige hoek met geprofileerde lijst of fries is een lust voor het oog.
Voor de bedstee, hangt nog een beugel van één meter lang waarlangs de olielamp verschoven kon worden aan een smeedijzeren haak met wiel.
Onder de bedstee bevindt zich de kurkdroge kelder die ook met witjes is betegeld. Deze werden in het verre verleden ook al in verstek gemaakt op de uitwendige hoeken.
Bij de reconstructie van de haardschouwen in de jaren tachtig van de vorige eeuw, is hetzelfde profiel toegepast als die van de bedstee. De hoogte hiervan is aangepast zodat het praktisch is voor de huidige bewoners.
Het plafond bestaat uit zware balken met duivenjager profiel met daarop de originele hand geschaafde planken met een breedte van 20 tot ruim 30 centimeter. De balken zijn nooit weggewerkt geweest.
Het huis boven
Op de zolder zijn de grenenhouten A-spanten met pen-gatverbindingen volledig intact. Tussen de rietlatten is voor het grootste gedeelte nog steeds gepleisterd riet aanwezig. Door aftimmeringen is dit aan het zicht onttrokken.
De twee enorme rookkasten tot in de nok, met de dubbele centrale schoorsteen, vallen meteen op. Ze waren elk voorzien van een luik van circa 80 x 70 centimeter. Eén afgetimmerd nieuw luik zit er nog. De vier stokken, waar het vlees met een stalen haak aan opgehangen werd, zijn er nog steeds in aanwezig.
In de kopse gevels buiten is het vlechtwerk-metselverband te zien dat in die tijd bij wat luxere bouw gebruikelijk was bij een tuitgevel-beëindiging.
De aanbouw
De lage aanbouw is van veel latere datum en aangebouwd vanaf de muurplaat boven de goot. Het oude lage schuurdak is in 1973 geheel vervangen. Deze aanbouw was als gereedschap en werkschuurtje in gebruik geweest voor de fruittuin en serres. Bij de verbouwing zijn in het metselwerk diverse veranderingen in raampartijen en deuren te zien geweest. Bij de sloop van het dak is in vette grove verfletters op een van de oude planken ‘1883’ aangetroffen. Dat de lage aanbouw later is gebouwd, is duidelijk te zien aan de nog ongepleisterde voormalige buitengevel in de hal. Veel van het originele voegwerk is nog intact maar de slijtage van 200 jaar is ook goed zichtbaar.
Nieuwe ontsluiting
Van oudsher had het huis zijn voordeur aan de smalle Schuitsloot, nu entree naar de serre. Na de aanleg van een autobrug naar het Slimpad eind jaren 50, werd er ook een nieuwe ontsluiting gemaakt voor de tuinen aan de westzijde van de Holle Watering tot de Gantel. Dit kwam tot stand op initiatief van Piet Hersbach in 1962. Dit deed hij in samenwerking en voor gezamenlijke kostenverdeling met zijn oudste broer Jan Hersbach, Klaas Tetteroo en Aad van Marrewijk. Een lettergreep uit elke achternaam vormt de naam van de nieuwe laan: Laan Her-te-wijk. De voordeur verhuisde in 1974 naar de andere kant van het huis.
Alleen op afspraak te bezoeken