P35 Hoofdonderwijzershuis
Dit huis is rond 1910 gebouwd. Hoofdonderwijzer Van Houten van de openbare lagere school was de eerste bewoner. De school stond in de Voorstraat, nabij de Poeldijkse Vaart hoek Schoolstraat. De jongens gingen daar naartoe na de kleuterschool bij de zusters. De school werd in 1922 overbodig met de komst van de R. K. jongensschool. De toenmalige hoofdmeester Schreuder woonde toen pas twee en een half jaar in dit huis. Hij kreeg een aanstelling in Honselersdijk. Daarna woonde hier Marinus Sengers. Hij was eerst ondermeester, werd later betaalmeester aan de veiling en kocht het huis. De voorgevel heeft in de asymmetrische gevelopbouw karakteristieke kenmerken van Jugendstil. Er is stijlvol glas-in-lood in de vensters aangebracht. In 1996 werd het huis aangekocht door de familie Onings – Toussaint die het geheel restaureerde.
Hoofdonderwijzers Poeldijk
In Poeldijk was er openbaar onderwijs sinds het midden van de achttiende eeuw. Jan de Winter, hoofd van de school, is op 21-03-1850 overleden. Jan Evers, die al enige jaren onderwijzer was, werd zijn opvolger als hoofdonderwijzer. Evers was een beminde man. Toen hij 25 jaar onderwijzer was in Poeldijk vlagde en feestte iedereen in het dorp. Jan Evers overleed op 4 juli 1886. Hij had 39 jaar onderwijs gegeven in Poeldijk.
Nadat Jan Evers overleden was, kwam W. van Houten in januari 1887 als hoofdonderwijzer naar Poeldijk. Hij was geboren te Schiedam op 19-08-1862. Hij zou 33 jaar in Poeldijk onderwijzer blijven. Van Houten heeft zich eveneens bijzonder voor het onderwijs in Poeldijk ingespannen. Hij gaf ook avondonderwijs aan oudere Poeldijkers. In 1905 richtte hij samen met kapelaan Vollering de plaatselijke Boerenleenbank op en hij werd vervolgens directeur-kassier. Hij overleed in 1948.
Verbouwing van de school
In 1890 werd er een nieuwe school met twee lokalen gebouwd door P. v.d. Voort uit Wateringen. Hij was met f 9226,- de laagste inschrijver.
De Openbare school had na een verbouwing in 1890 een ingang in de Schoolstraat. Voor die verbouwing was er ook een onderwijzerswoning aan de Schoolstraat, die is toen afgebroken en op die plaats werd een tweede schoollokaal aangebouwd. Een nieuwe onderwijzerswoning werd toen vóór het schoolgebouw geplaatst. In die tijd woonden de onderwijzers intern in de onderwijzerswoning bij de school.
Afname van het leerlingenaantal
Het aantal leerlingen liep even terug. De meisjes gingen naar de zusters Franciscanessen die in 1875 een R.K.-school openden voor kleuters en meisjes. De Bisschop schreef aan de pastoor in een brief dat alleen jongens tot hun zevende jaar op de bewaarschool/ meisjesschool mochten blijven.
Van de Protestantse kinderen gingen de meesten in 1916 naar de School met de Bijbel aan de Monsterseweg.
In april 1905 meldde een krant dat er 138 jongens en 1 meisje onderwijs volgen in de Openbare school. Het aantal leerlingen zou stijgen mede door de invoering van de leerplichtwet 1901.
In 1908 en 1909 werd er een schoollokaal bij de R.K. Meisjesschool gehuurd. De openbare school werd te klein.
Bouw van een nieuwe Onderwijzerswoning
In 1910 waren er plannen om de onderwijzerswoning af te breken en er twee schoollokalen bij te bouwen. Enkele raadsleden waren tegen. De onderwijsinspecteur gelastte toen de gemeente om direct te gaan bouwen!
Het hele plan ging toch van tafel. Bij het nieuwe plan werd de onderwijzerswoning tot twee lokalen verbouwd. Voor een onderwijzerswoning werd door de gemeente in de Voorstraat een stukje grond gekocht van M. P. van Ruijven groot 2 are en 55 ca. Kadastraal K 1756. De nieuwe onderwijzerswoning werd daarop gebouwd en kreeg als huisnummer Voorstraat 16.
Meester van Houten ging er wonen. De gemeente bepaalde de huur op fl. 250, -per jaar. Op 55-jarige leeftijd werd meester Van Houten, wegens doofheid, eervol ontslag verleend door de gemeente. Daarna bleef hij nog twintig jaar werkzaam als directeur-kassier bij de Boerenleenbank die in 1905 mede door hem was opgericht.
Van Houten werd opgevolgd door W.F. Schreuder uit Rijswijk. Ook Meester Schreuder heeft enige tijd in de onderwijzerswoning Voorstraat 16 gewoond.
In 1922 nam W.F. Schreuder ontslag en werd hoofdonderwijzer op de nieuwe R.K. Lagere Petrusschool in Honselersdijk. De gemeente wilde in 1922 de openbare school in Poeldijk sluiten. De R.K. Bartholomeusschool werd eind 1921 geopend. De heer C. A. Nuze – die sinds 1911 onderwijzer op de openbare school was – werd benoemd als tijdelijk hoofdonderwijzer.
Er hebben tussen de 25 en 30 onderwijzers in de periode 1814 – 1922 op de openbare school gewerkt.
Na opheffing in 1923 kwam het gebouw leeg te staan en heeft het tijdelijk als dependance van het gemeentehuis gediend, maar het kreeg in de loop der jaren nog veel verschillende bestemmingen. Een lokaal werd omgebouwd tot vergaderzaal met een ingang en hal aan de Voorstraat, er werd een politiepost met arrestantencellen in gevestigd. Later werd ruimte gemaakt voor de brandweer en de brandspuit. Tijdens de mobilisatie in 1939/’40 werd in het gebouw eens in de veertien dagen uitbetaling gedaan van het gederfde loon van kostwinners die in militaire dienst waren. Tijdens de bezetting van 1940 – 1945 heeft de ‘Bartholomeusschool’ er onderdak gevonden. Ook een dependance van het distributiekantoor is er gehuisvest geweest. In 1950 is het na een verbouwing verhuurd aan de nieuw opgerichte R. K. U. L. O.-school ‘Thomas van Aquino’. In 1964 was het nog kleuterschool De Wigwam. Als laatste had Willem Koene er in de winter een bloemenstal.
In 1971 is het gebouw van de Openbare Lagere School afgebroken. Eind jaren tachtig kreeg Poeldijk na ongeveer zestig jaar het Openbaar Onderwijs terug, nabij de dr. Weitjenslaan.
Marinus Sengers, afkomstig uit Den Briel, was ondermeester aan de school. Hij werd gevraagd als tijdelijk betaalmeester te willen functioneren bij de fruit- en groenteveiling te Poeldijk. Toen de financiën daar op orde waren keerde hij terug als onderwijzer. Na verloop van tijd vroeg men hem de financiële zaken bij de veiling toch weer te behartigen. Dat deed hij en omdat de school na 1922 nauwelijks nog leerlingen had en werd opgeheven, bleef hij het werk bij de veiling doen. Hij kon het huis uiteindelijk zelf kopen. Zo woonde hij met zijn gezin vele jaren op Voorstraat 16. Toen hij eenmaal op hoge leeftijd was nodigde een van zijn dochters hem naar Zeist om de rest van zijn leven bij haar te verblijven.
Met dank aan A. J. van Lier en J. N. M. van Leeuwen.