M21 Watertoren Monster

In 1887 voltooide ronde WATERTOREN gebouwd in eclectische trant met aangebouwd machine- en ketelhuizen, opgetrokken in stijlvormen die in de negentiende eeuw passend werden geacht voor het ‘Chateau d’eau’. De concessie voor de waterwinning werd in 1885 verleend. Het ontwerp is van N. Biezeveld. De watertoren maakt deel uit van het complex van de Westlandse drinkwaterleiding [Inmiddels; DUNEA].

Op een ronde plattegrond opgetrokken, symmetrische 38 meter hoge, watertoren door waterlijsten opgedeeld in vier segmenten waarvan de bovenste met houten beschot, onder een met koper gedekt kegelvormig dak. Aan noordzijde aangebouwd twee evenwijdig aan elkaar gelegen aanbouwen. De toren is in kruis verband gemetseld en heeft tot in het tweede segment doorlopende drietraps steunberen onder natuurstenen dekplaten met waterhol. De onderste trap sluit aan op de waterlijst, met eenzelfde profiel als de waterlijst van het eerste segment. Ook de bovenste trap heeft dat profiel, terwijl de middelste een eenvoudige afschuining heeft. In de onderste laag een met cement bestreken geprofileerde plint en drie teruggeplaatste nieuwe glasdeuren met tweelichten onder gemetselde rondbogen met natuurstenen sluitstenen met diamantkoppen. Naar de deuren drie hardstenen treden. In het segment hierboven vier rondboogvensters in de as van de deuren en met de natuurstenen lekdorpels op gelijke hoogte als de afdekplaat van de tweede steunbeertrap. Boven de hoofdingang een natuurstenen wapenschild met een zwarte baan op een wit veld. De deur naar de aanbouwen is nog oorspronkelijk. De waterlijst van het tweede segment is van het zelfde profiel als de waterlijst van het eerste segment. Het derde segment heeft smalle rondboogvensters, eveneens in de verticale as gelegen, met de onderdorpel op gelijke hoogte als de waterlijst van het tweede segment. De waterlijst van het derde segment is van het zelfde profiel als de waterlijst van het eerste segment. In het vierde segment ronde ramen, in tegenstelling tot de ijzeren sierankers, niet in de verticale lengte-as gelegen. Het houten beschot bestaat uit delen uitlopend in een driehoekige punt met daarin uitgespaard een rond gat en een pijl. Over deze delen overnaadse latten. De overkragende kap met nokpiron, heeft vier dakkapellen met vierruits stolpstellen onder geknikte, gekorniste frontons en pirons op de steekkapjes. De overkragende gootlijst op korbelen heeft een afhangende geschulpte rand. Aan het beschot is een houten uitbouw, refererend aan de middeleeuwse bouwstijl een soort mezekouw, gehangen die doorloopt tot aan de waterlijst.

De eenlaagse aanbouw bestaat uit drie aangeplaatste lange en korte delen (ketel- en machinehuizen), waarvan de langste onder een met gesmoorde verbeterde Hollandse pannen gedekt zadeldak vier traveeën telt, elk met een twaalfruitskozijn, waarvan het middelste ruitje open kan, in een getoogd spaarveld. De zware staafankers boven de muurdammen lopen door over de houten gootlijst. De kopse kant op het oosten heeft twee keperboogvormige spaarvelden met een negenruits kozijn respectievelijk een nieuwe deur onder een tweeruits getoogd bovenlicht. Tussen de spaarvelden een ruitvormig vierruits venster. De overkragende tuitgevel is gedekt met afgestreken muurplaten. In het kruisverband metselwerk en smeedijzeren sierankers. De achtergevel is hetzelfde maar heeft in de spaarvelden zestienruits schuifvensters onder gemetselde bogen. In de oksel met de kortere aanbouw een kozijn met onderdorpel onder een getoogde strek. Deze kortere en lagere aanbouw, die toegang tot de watertoren geeft, is in de kap en gevelindeling gelijk aan de langere uitbouw maar heeft een derde travee onder een platdak. Rondom de gehele aanbouw loopt een gepleisterde plint met daarin de doorgebroken spaarvelden. Voor de korte aanbouw bevindt zich een ronde waterput.

Interieur

In de watertoren bevindt zich nog de oorspronkelijke gietijzeren spiltrap naar de verdieping, tegeltableau’s uit 1922 en een installatie uit de eerste helft van de twintigste eeuw. Op de begane grond twee gecanneleerde, geschraagde, gietijzeren Dorische zuilen op octogonale basis.

Waardering

De watertoren is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische waarde door de plaats in de geschiedenis van de regionale nutsbedrijven. Tevens van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde te weten de kwaliteit van het ontwerp en de ‘waarachtige’ stijl waarin de watertoren is opgetrokken, refererend aan het ‘Chateau d’Eau. Voorts is er sprake van ensemblewaarde vanwege de ruimtelijke en functionele relatie die onderhouden wordt met de overige complexonderdelen. De watertoren is beeldbepalende waarde als kenmerkend element aan de Haagweg en gaaf bewaard in de hoofdvorm en de herkenbaarheid van de onderdelen.

Lees meer
Lees minder

Bekijk M21 Watertoren Monster

Plattegrond

Details

Bouwjaar
1886
Type monument
Rijksmonument
Type object
Watertoren
Adres
Haagweg 82, Monster