D 3 Zeven Gaten natuurgebied in De Lier
Dit unieke natuurgebied behoorde bij buitenplaats Hofzicht en is sinds de 17e eeuw nauwelijks veranderd. Het bestaat uit zeven sloten die in de volksmond gaten werden genoemd. Ertussen bevindt zich drassig land en houtwallen. Een natuurgids vertelt aan boord over de rijke flora en fauna
Geschiedenis
Sinds 2009 is het Zuid-Hollands Landschap eigenaar van de ‘Zeven Gaten’, een natuurgebied in De Lier van 4,5 hectare groot. Het bestaat uit drassige weilanden, zeven sloten (in de volksmond ‘gaten’ geheten) en twee houtsingels. In een akte uit 1565 wordt al gesproken van rijshout in deze houtsingels (voornamelijk wilgen). De sloten staan in open verbinding met het boezemwater van de Kromme Zweth en is daarom buitendijks gebied.
Door de aanleg van de Noordlierdijk (al voor 1200) werd dit gebied afgesloten van de noordelijke Lee-arm. Omdat er geen nieuw slib kon worden aangevoerd, bleef dit gebied moerassig. De zeven gaten zijn waarschijnlijk overblijfselen van waterpartijen. Het behoorde in de 17e en 18e eeuw bij de buitenplaats Hofzicht, die zijn naam dankte aan het schitterende uitzicht op het stadhouderlijke hof van Honselersdijk. In de 19e eeuw werd het buitenhuis in delen afgebroken om ruimte te maken voor een tuindersbedrijf. Het enige dat nu nog rest van de buitenplaats is de tuinmanswoning.
Het gebied van de Zeven Gaten is niet toegankelijk, maar het kan vanaf Groeneveld en het fietsdijkje tussen de waterberging en de Kromme Zweth goed worden bekeken. Het is nu verpacht, er grazen af en toe wat koeien en schapen en er wordt gehooid.
Onveranderd
Landmeter Kruikius bracht dit gebied rond 1712 nauwkeurig in kaart. Als je zijn werk vergelijkt met de satelliet opnamen van Google Maps, is duidelijk te zien dat de situatie eeuwenlang vrijwel onveranderd is gebleven.
Flora en fauna
Het gebied kent een rijke flora door de aanwezigheid van veel water, bomen en het onbespoten land, waarop geen kunstmest wordt gebruikt. Planten die zich hier thuis voelen zijn onder andere de grote ratelaar en de smalle weegbree. Er is zelfs af en toe een rietorchis te bekennen.
De rietkragen zijn erg gevarieerd met onder andere kalmoes en het water is ’s zomers bedekt met waterlelies en gele plompen.
Het gebied is ook een belangrijk rust-, foerageer- en broedgebied voor vogels. In de winter vinden smienten, krak-, kuif- en slobeenden hier hun plekje. In het voorjaar broeden er kieviten en scholeksters. Ook zijn er veel Canadese en grauwe ganzen en als je geluk hebt, kan je zelfs een ijsvogeltje waarnemen.
Samen met de natuur van de naastgelegen waterberging Wollebrand, is het gebied een lust voor het oog en zeer de moeite waard voor vogelaars.
Vispaaiplaats
In 2014 werd het terrein aan de zuidwest zijde uitgebreid met 1,5 hectare grasland.
In samenwerking met het Hoogheemraadschap van Delfland werd dit gebied omgevormd tot paaiplaats voor vissen en dan met name voor snoeken. Een toename van het aantal snoeken zal de bodem-woelende vissoorten (brasem en karper) doen verminderen. Dit zal de helderheid en de kwaliteit van het water ten goede komen. In het voorjaar wordt de waterstand verhoogd, zodat de snoeken naar binnen kunnen zwemmen. In de zomer keren de vissen terug naar dieper water en kan het waterpeil weer worden verlaagd.
- Ligt aan/bij vaarwater
Vaar mee van het gemaal in Kwintsheul naar natuurgebied de Zeven Gaten en de Groenveldse molen. Vertrek vanaf het gemaal om 10.00, 11.30 en 13.30 uur.
Zaterdag per boot te bezichtigen. Vertrek vanaf het gemaal (Zwet 14) volgens vaarschema.